De hele ochtend regent het, maar als het in de middag opklaart gaan we het dorp in. Santoña heeft niet veel boot toerisme, maar 1 van de camino’s naar Santiago de Compostella loopt hier langs. Je ziet veel mensen met rugzakjes rondlopen.
We eten en drinken wat langs het strand en lopen naar het fort bij de ingang van de baai.
Een mooie wandelroute loopt hier langs, die is voor morgen.
Om 12 uur moeten we de haven verlaten. Naast de vvv zit een vismarktje, waar we in de rij gaan staan voor de afgelopen nacht gevangen vis. Gezellig wachten met de Spanjaarden, die een praatje beginnen. Even Spaans oefenen…Alle vis komt van 1 boot, die net gearriveerd is.
Eerst denken we in Getxo te gaan ankeren, dat is net om de hoek van de haven, maar het weer is toch wat beter dan verwacht, dus op naar de volgende plek, Santoña. We vertrekken natuurlijk weer als laatste, maar komen gelukkig al snel weer dichterbij de Noordster en de Ida. De Noordster is ook aan het opkruisen tegen de wind in, leuk voor de foto’s en filmpjes.
Er zijn wat buien op zee, zoals te zien is, maar de Equinox loopt lekker. Als we geankerd hebben en goed liggen, barst er weer een bui los met veel wind. Anker is getest, we liggen goed.
Zondag 1 september, we zijn 2 maanden onderweg, en nu echt in Bilbao. Vanuit Santurtzi, waar de boot ligt, pakken we de metro naar Bilbao. Eerst gaan we naar het Guggenheim museum, een bijzonder gebouw.
Bij de ingang zien we dat het rustig is en kopen we entreekaartjes. Ook binnen valt er veel te zien en ontdekken.
Niet alle exposities vonden we wat, maar sommigen waren echt gaaf om te zien.
Daarna gaan we door naar de oude stad. Kleine straatjes leuke pleintjes, overal barretjes waar je wat kan drinken en pintxos eten. De stad is vol gezelligheid en leven.
‘S avonds hebben we nog een supergezellige bbq met de Gerben en Yolande van de Noordster. Dit is weer het echte cruisersleven.
Op zee aangekomen staat er meer wind dan we verwacht hadden, maar deze keer hebben we de wind mee. We willen ook wel wat tempo maken, want aan het einde van de middag zijn er zware onweersbuien voorspeld.
De kust is prachtig met steile kliffen, kleine eilandjes ervoor en soms een vuurtoren erop.
Als we de baai van Bilbao binnen varen, zien we de bui al hangen. Snel doorvaren
We kregen wat hulp van de buren bij het acheruit inparkeren. Dit plekje is wel heel erg krap. Voor en achter zitten we net niet tegen de paal aan. Als we net liggen, barst de bui los. Precies op tijd!
Van een supper in Hendaye, die onze boot aan het bewonderen was, kregen we de tip om naar Mutricu te gaan. Echt een mooi klein stadje tussen de kliffen. De zeiltocht ernaartoe was meer een motortocht, geen wind, maar het was ook niet heel ver
In Mutricu aangekomen dachten we eerst te kunnen ankeren, maar de plek was zo beperkt door boeitjes dat we het niet zagen zitten. Gelukkig was er nog een goede plek in de haven, waar we netjes opgevangen werden door een medewerker, maar eerst moest de zwemster even uit onze ligplaats wegzwemmen. Perfect geregeld.
Mutricu is zo steil dat er zelfs een lift in de stad is om je naar een hoger gelegen pleintje te brengen. We lopen naar het bovenste pleintje om daar te genieten van de levendigheid en lekker eten.
Bij de haven zitten heel veel katjes, die allemaal wel familie van Suzy lijken te zijn. Ze zijn alleen iets magerder.
Als we ‘s morgens weer uitvaren om naar Bilbao te gaan is het stralend weer. Veel beter voor de foto’s.
Tijdens het zeilen van Les Sables d’Olonne naar Hendaye vinden we de hydrolische stuurautomaat wat meer geluid maken, en bij checken zien we ook dat er wat olie uit komt. Dat is niet goed, we willen echt niet zonder stuurautomaat verder. Met een check op internet zien we dat de fabriek op 50 km afstand van Hendaye zit. Komt dat even fijn uit! Ze bieden aan om het onderhoud daar allemaal te doen, moeten we gewoon even langs komen. De volgende dag huren we een autootje op het vliegveld van San Sebastian en gaan we een stukje rijden. Ook leuk om zo weer wat meer van het land te zien.
Bij de fabriek worden we hartelijk ontvangen en ze gaan meteen voor ons aan de slag. De hydraulische cilinder blijkt muurvast te zitten, geen beweging in te krijgen. Helemaal vastgeroest van 11 jaar buiten op zee. Ter plekke wordt daarom voor ons een nieuwe cilinder in elkaar gezet, en we mogen meekijken zodat Renzo het de volgende keer allemaal zelf kan. Ook de hydraulische pomp krijgt nieuwe afdichtingen. Alles weer als nieuw en een hoop geleerd. Wat een top service!
Hierna kunnen we nog even toerist zijn en gaan we heerlijk lunchen in het kleine dorp waar de fabriek zit.
En gaan we langs de rivier en St Jean de Luz terug.
St Jean de Luz is erg toeristisch en minder mooi dan Hendaye vinden we, maar toch leuk om ook daar te zijn geweest.
Donderdag zou een erg regenachtige dag worden, dat is minder leuk zeilen. We hebben alle tijd om de stuurautomat weer goed te installeren. Een paar klusjes te doen en even rond de boot te zwemmen. Het weer valt erg mee en de dag is relaxed. Vrijdag kunnen we echt door naar Spanje.
Vanuit Les Sables d’Olonne is het doel Spanje. Gezien de afstand wordt dat een nachtje doorvaren, ook omdat we dicht bij de kust willen blijven. Zondagmiddag en avond gaat het lekker met de wind uit de goede hoek en een vlakke zee en een lekkere appelflap van de bakker.
‘S nachts draait de wind naar noord en neemt verder af, dus gaat het niet meer zo hard. De hele ochtend dobberen we met 2 a 3 knopen naar het zuiden met een mooie zonsopkomst op zee langs de ellenlange stranden van Frankrijk.
In de middag zien we de Pyreneeën verschijnen.
We hebben geen zin om nog een nacht op zee door te brengen, dus lopen we precies op de grensrivier tussen Spanje en Frankrijk naar binnen. We ankeren aan de Franse kant, dus we blijven nog even in Frankrijk, maar met uitzicht op Spanje.
Ile de Houat was prachtig, maar het is ook weer tijd om verder af te zakken naar het zuiden. De wind is vanuit zuidwest, we weten hierdoor niet hoe ver we kunnen komen. Als het net niet aan de wind is lopen we zo veel harder dan hoog aan de wind, uitproberen dus en we zien wel waar we uitkomen, maar we zetten koers naar Ile d’Yeu.
Op volle zee gekomen, blijkt het toch echt aan de wind, vooral ook door de windparken in aanleg waar je niet doorheen mag, maar het loopt lekker. Het is nog middag als we bij Ile d’Yeu aankomen en we willen nog wel wat verder door. Nog iets ruimer naar Les Sables d’Olonne lopen we met 9 a 10 knopen over een vlakke zee. Zo willen we het altijd wel hebben!
Hier blijven we een paar dagen in de haven, er zijn buien met harde wind voorspeld en we verkennen de stad.
John en Jolanda van de Jojo zijn er ook zien we als we binnenvaren. Aan de haven zijn veel leuke restaurantjes waar we gezellig en lekker bijpraten.
Les Sables d’Olonne is het startpunt van de Vendee Globe, een solo zeilwedstrijd om de wereld. Hier liggen een paar boten waarmee ze deze wedstrijd vanaf 10 november weer gaan doen. Het zijn echt technische hoogstandjes, Renzo is er gek op.
Zondag 25 augustus is het bevrijdingsdag in Les Sables d’Olonne en dat is heel wat anders dan in Nederland. Het wordt gevierd met een optocht van oude legervoertuigen, geen muziekfestival te zien.
Zondagmiddag is het weer stabiel en gaan we door naar het zuiden. Op naar Spanje!
Nu alles weer schoon is en de boot vol met lekker eten en drinken, kunnen we verder langs de eilanden. Het is een kort tochtje naar Ile de Houat, ongeveer 10 mijl. Met de wind mee en alleen de screacher uitgerold, zijn we er in 1,5 uur. Het is een grote baai met zandstrand en er liggen honderden boten voor anker en tussen de boten door zijn ze aan het surfen.
In de avond neemt de wind nog wat toe, er staat ondertussen een windkracht 5 a 6 in de baai, dus blijven we aan boord. Alles ok maar wel onrustig.
In de nacht neemt de wind af en ‘s morgens is het windstil en de zee ook helemaal vlak. Tijd om het eiland te verkennen. Als we in het dorpje komen is het lunchtijd, komt dat even fijn uit!
Na een dag vies weer in Beg Meil gaan we weer verder. Plan is Ile de Houat, maar op open water blijkt er veel minder wind te staan dan verwacht. Dus het wordt Ile de Groix. Onderweg zien we dolfijnen.
En we vangen een geep die blijkbaar nieuwsgierig was naar wat wij achter de boot hadden hangen, de haak zat midden in het beestje.
De geep was ‘s avonds heerlijk op de bbq.
Ile de Groix hebben we alleen van een afstandje gezien, we zijn niet aan land geweest. De volgende ochtend gaan we door naar Quiberon. Weer een mooie relaxte zeiltocht met de roze spi en dolfijnen die rond de boot zwemmen.
In Quiberon ankeren we naast de haven, zo kunnen we makkelijk naar de kant voor boodschappen en de was. Er liggen hier nog meer tri’s voor anker.
Met een fijne noordwester is het tijd om Morgat weer te verlaten. Als we buiten de baai van Douarnenez zijn, merken we pas echt hoe hoog de golven zijn, indrukwekkend, maar foto’s ervan maken lukt niet. Na de Raz du Seine, waar de stroming je zo naar buiten spoelt, hebben we de wind mee en gaan we snel naar de nieuwe ankerplek bij Concarneau in de buurt.
De Jojo van John en Jolanda ligt er al. De volgende ochtend gaan we de Jojo bekijken. John heeft zijn catamaran zelf ontworpen en gebouwd en nu zijn ze er ook al een paar maanden mee onderweg. De Jojo ziet er goed uit en wat een ruimte vergeleken met de Equinox!
Toen we in 2008 langer in Camaret sur Mer moesten wachten, zijn we ook naar Morgat gefietst. Een ruime baai met mooi wit zand en goed beschut tegen de noordwesten wind. Met een mooie oostenwind vertrekken we uit L’Aber wrac’h. Het is fijn als wind en stroming mee zitten, het vaart comfortabel en snel. En er springen ook weer wat dolfijntjes rond de boot.
Het schiereiland bij Morgat is heel mooi met de witte zandstrand baaitjes, hoge rotsen, dennenbomen en paarse bloeiende heide.
Overdag is de baai vol met bootjes en surfplanken van de zeilschool. Dus besluiten wij dat we onze surfspullen ook maar eens gaan uitproberen. Er staat weinig wind, ideaal om te oefenen.
Het lukt meteen, je verleert het niet echt, net als fietsen, maar het gaat nog niet zo soepel.
Voor Renzo’s verjaardag gaan we ‘s avonds naar een goed restaurant voor Fruit de Mer
Vanuit Roscoff zijn we naar L’Aber wrac’h gevaren. En deze keer springen de dolfijnen naar ons toe en gaan een stukje mee!
L’Aber wrac’h heeft een heel mooie invaart tussen de rotsen door. We pikken er een mooringboei op recht voor de haveningang.
Suzy voelt zich helemaal blij hier, en springt weer de hele boot over.
Wij maken een lange wandeling en op de terugweg lopen langs een oesterwinkel. In deze baai zijn alle oevers in beslag genomen door oesterbanken. Verser kan het dus niet.
Na 1 nachtje Ile de Brehat zeilen we verder naar Roscoff. De wind is weer erg variabel en licht, soms zeilen we aan de wind, dan weer ruim, of overstag en even later moeten we de motor starten om voortgang te houden om 5 minuten later weer te kunnen zeilen. Je blijft lekker bezig. Als we net weer op open zee zitten zien we plonsjes in de verte. Jagende dolfijnen, de eerste van deze reis! Ze hebben geen tijd om met ons mee te zwemmen, maar mooi dat we ze gezien hebben.
Als we in Roscoff aangekomen zijn, blijkt de reparatie van het grootzeil toch niet te houden en gaan we hier opnieuw naar een zeilmaker. Gelukkig zit ie dichtbij en heeft tijd om er wat aan te doen. We blijven wat langer in Roscoff.
We fietsen naar St Pol de Leon, daar zit een betere supermarkt en kunnen we ook wat sightseeing doen.
Renzo moet ook nog de dynamo vervangen, die was ook niet helemaal goed.
Vandaag is het zeil gerepareerd en hebben we het er weer op gezet, hopelijk blijft het nu goed tot de nieuwe er is.
We wandelen nog even Roscoff in, ondanks dat het hier altijd regent…. het is toch even droog.
Vanuit Guernsey gaan we weer naar de Franse kust. Als we gaan nog geen idee hoe ver we kunnen komen met de variabele lichte wind. Eerst met stroming en wind nog wat westwaarts, maar als we dan naar de Engelse zuidkust zeilen, gaan we overstag. Als de wind helemaal weg valt gaan we op zoek naar de dichtstbijzijnde ankerplek, en dat is bij Ile de Brehat. Het is nog wel een paar uur motoren.
Tegen de avond komen we aan, net bij de kentering van het tij. De ankerplek is onaards mooi, en het ziet er rustig uit. Nog 1 andere boot en alle ruimte. Na een verkenningsrondje gooien we het anker.
Suzy vindt het fantastisch omdat er geen andere mensen in de buurt zijn en springt over de hele boot. Dan glijdt ze uit en zijn we heel blij met het tuigje en touwtje. Renzo trekt haar meteen uit het water, alleen 2 natte voetjes. Met deze stroming was ze anders nooit meer bij de boot gekomen.
Midden in de nacht, als de stroom gedraaid is worden we wakker van een anker dat zich opnieuw moet ingraven en een ankeralarm dat af gaat. Toch niet zo relaxed met die stroming. Maar wat is het hier mooi.
Van Alderney naar Guernsey moet je ook goed timen. Er staat heel veel stroming om Alderney heen en die moet je mee hebben en bij voorkeur de wind ook anders wordt het een wasmachine. Wij hebben een klein beetje wind tegen (windkracht 2) en de stroom nog niet op volle sterkte (half) en de zee is echt al woest. Geen probleem, maar ik ben blij dat we niet later zijn met meer stroom mee. De rest van de tocht kunnen we heerlijk zeilen aan de wind met stroom mee en we zijn er zo.
Op Guernsey hebben we wasdag, niets saaier dan dat. Om het leuker te maken, gaan we tussendoor de stad in en ontdekken een gin distilleerderij waar net een proeverij is. Fantastische gin en rum geproefd, zo wordt wasdag aangenaam.
St Peter Port op Guernsey is echt een levendig stadje met heel veel winkeltjes, restaurants en bars. En ook heel veel meeuwen. Als je een broodje op straat eet, kan het dat er een meeuw op je hoofd landt om dat af te pakken. Broodje vasthouden en boos kijken helpt dan. Geen foto’s, daarvoor ging het te snel.
Van Querqueville naar Alderney is niet ver, maar je moet we de stroming en wind mee hebben, anders wordt het erg oncomfortabel en dus moeten we vroeg in de morgen weg. Alderney is prachtig en typisch Engels met een gezellige pub aan het strand. Het is heerlijk warm weer en we gaan vrijwillig het water in en prutsen wat op de surfplank met suppen.
Nu het zeil gerepareerd is en Margette ons gezelschap houdt, hebben wij eindelijk tijd voor vakantie. We gaan naar Honfleur, daar hebben we goede verhalen over gehoord. Zeilen lukt niet want er is geen wind, dus gaan we dieselend de Seine op met stroom mee, dan ben je er zo. Goed naar rechts kijken, daar is de mooie oever met bomen en mooie huisjes, links is de container terminal van Le Havre die vinden we toch wat minder mooi.
Honfleur is prachtig, met een heel warm welkom van de havenmeester met goede espresso. Mooie authentieke huisjes en straatjes rond de haven en heel veel terrasjes en restaurantjes.
We blijven nog maar een dagje en lopen de Mont Joli op. Prachtig uitzicht over de Seine en mooie huizen bekijken. En we gaan nog meerdere van de vele galeries in. Wat een bijzondere kunstwerken hebben ze hier.
Dan gaan we terug naar Le Havre, Deauville is helaas erg onhandig met getij en stroming. Vanuit Le Havre kunnen we makkelijk op tijd vertrekken naar Cherbourg.
Om 11 uur zijn we weg, mooi op tijd… eerst nog geen wind, maar even buiten de kust komt het helemaal goed en zeilen we heerlijk op een rustige zee. We komen precies op tijd aan bij de stroomversnellingen bij Barfleur, die stroming wil je niet tegen hebben want dan kom je niet vooruit. Om half 10 gooien we het anker erin en liggen we voor de haven van Cherbourg.
De volgende dag helpt Suzy even met wat metingen aan de motor.
En dan gaan we door naar Querqueville. Daar liggen we echt relaxed. Geen wind en geen golven.
Er was nog veel westenwind. Bij hoog water even gekeken hoe hoog de golven in de ingang van de haven waren bij daglicht. De deining in de haven was nog iets heftiger ‘s nachts bij binnenvaren, maar het filmpje geeft toch wel een idee. Ongeveer 1,5 meter, best veel voor een haveningang.
Woensdag is het weer rustig en kunnen we op de motor naar Le Havre. We kunnen helaas niet zeilen, want het grootzeil is gescheurd onderweg naar Fecamp. Hierdoor kunnen we echt genieten van de mooie kust, want de tegenstroom is veel minder in ondiep water.
We komen tegelijk aan met Margette die een paar dagen met ons mee gaat zeilen. Gezellig!
Donderdagochtend brengen we het zeil naar de zeilmaker en bekijken we Le Havre. Zoals de receptioniste zegt… you hate it or you love it. Het is in ieder geval bijzonder.
Na een paar dagen in Boulogne sur Mer willen we verder naar Dieppe. Volgens windvoorspelling kunnen we dit net halen met westenwind. De zee is wat onstuimig omdat we er tegenin moeten, maar als we er bijna zijn loopt de boot lekker over de golven in plaats van erdoorheen.
Even de haven bellen voor een plek en dan blijkt dat ie vol ligt en dat we door moeten naar Fecamp. Nog 35 mijl tegen de wind in. Daar hebben we geen zin in, maar wat kunnen we anders. Dat wordt afzien.
In het begin hebben we nog stroom mee en gaat het goed. We gaan om 10 uur aankomen en hebben mooi uitzicht op de krijtrotsen.
Dan gaat de stroom tegen staan en gaat het langzaam. De wind neemt ook steeds meer toe, dus hakken we tegen stroom en wind in. We hadden ons nog wel voorgenomen dit nooit meer te doen. Nauwelijks voortgang en we hobbelen verder met een prachtige volle maan boven het land.
Uiteindelijk komen we om 1 uur ‘s nachts bij Fecamp en daar rollen de golven de haven in. Zo spannend invaren dat er geen foto’s van zijn. Gelukkig is het donker zodat je het niet ziet. De voor ons gereserveerde plek is te smal dus leggen we bij een andere boot aan. Het beweegt alle kanten op in de haven maar we liggen veilig. En als de motor uit gaat, komt Suzy weer tevoorschijn vanonder het bed alsof er niets gebeurd is. Wat een zeekat!